Koploper Jan Brinkman verloor zijn partij tegen Wim de Groot na een openingsblunder, die een stuk kostte. Daardoor loopt de spanning in de strijd om het kampioenschap verder op, want Wim de Groot, Jan Brinkman en de niet spelende Herman Beks staan nu ongeveer gelijk. Als outsiders voor de strijd om de titel gelden nog de intern ongeslagen Hans Starreveld en de qua schaakvorm inmiddels geheel herstelde regerende kampioen Chris Draijer. De laatste won overtuigend van Jappie Breimer.
De jeugd deed goede zaken. Ayelt van Zuiden behaalde een snelle overwinning op Jan Wevers en Zeno Folkertsma versloeg Hessel van der Pal. Hessel speelde nog een partij, tegen Sytze van der Wal, die in remise eindigde. Trienke Wijmenga en Louwerens Mulder deelden het punt. De laatste partij was die tussen Cornelis Jellesma en Theo Zwartjes, een fraai eindspel waarin Cornelis 2 paarden had tegen Theo een toren en een extra pion. Beiden hadden ook nog een loper en een serie pionnen. Heel ingewikkeld, temeer daar de 2 paarden van Cornelis goed samenwerkten. Uiteindelijk werd het punt gedeeld, waar beide kemphanen vrede mee konden hebben.